In de krant las ik een artikel over een vrouw die dagelijks ruim twee kilo groente had. Ze deed dat al heel lang. Ook was ze voedingsadviseur.
Ik vroeg me af waarom kranten altijd dit soort extreme voorbeelden in de schijnwerper zetten. Alsof dit soort extreme maatregelen nodig zijn om de opwarming van de aarde te beteugelen. Je mag straks niets meer lijkt de boodschap. Bijvoorbeeld geen vlees meer eten, Met het vliegtuig mocht ook al niet meer en zelfs de bladblazer mogen we dadelijk niet meer gebruiken. Onheilstijdingen waarmee de doorsnee Nederlander – zeg Henk en Ingrid – vooral angst wordt aangejaagd.
Met deze boodschap schieten we mijns inziens ons doel ver voorbij. Als we naar de opwarming van de aarde kijken is het probleem niet zozeer dat we vlees eten. Het probleem is vooral dat we veel te veel vlees eten. Niet alleen voor het milieu trouwens, maar ook voor onze gezondheid. En natuurlijk zorgt de productie van al dat vlees voor andere problemen zoals dierenonwelzijn, mestoverschot en de uitstoot van veel te veel stikstof.
Steeds weer zien we dat er aandacht is voor mensen die heel ver gaan in hun zorg voor het milieu. Als het gaat om het eten van vlees wordt steevast een veganist als voorbeeld genomen. Terwijl het al heel veel zou helpen als Henk en Ingrid eens wat minder vlees gaan eten. We hoeven echt niet allemaal onze eigen tandpasta te gaan maken, al schijnt dat niet eens zo heel moeilijk te zijn.
Wat voortdurend wordt bevestigd is dat duurzame mensen ietwat vreemde figuren zijn. Mensen waarmee Henk en Ingrid zich niet kunnen identificeren. Daarmee gaat de boodschap dus ook volledig aan hen voorbij. Terwijl het juist van het grootste belang is dat we hen bereiken, omdat de grootste winst voor het milieu valt te behalen als de doorsnee Nederlander in zijn of haar doorsnee keuzes wat meer rekening houdt met het duurzaamheid. (RA 1-7-’20)