Dit weekend bezocht ik een tentoonstelling over het verrassende landschap in Den Bosch. Dat wil zeggen de tentoonstelling was in Den Bosch, de geschilderde landschappen kwamen uit heel Brabant. Deze gaven vooral ook een beeld van het veranderende landschap, met ook schilderijen en een enkele foto uit de vorige en deze eeuw. Eerder waren er al vergelijkbare tentoonstellingen in Enschede, Deventer en Schiedam. Van Schiedam heb ik het boek, bij de andere drie exposities ben ik geweest. Ik ben immers een liefhebber van landschapskunst!
Het landschap werd pas in de Gouden Eeuw een zelfstandig onderwerp voor schilderijen. Waar in de deze eeuw de pracht van god’s schepping nog centraal stond, kregen de schilders van de romantiek in de eerste helft van de 19e eeuw waren veel meer bezig met het ervaren van het landschap en de gevoelens die dat oproept. Dankzij de introductie van de verftube konden de impressionisten uit de 2e helft van de 19e eeuw echt buiten (en plein air) schilderen en zich nog meer focussen op de individuele beleving van hel landschap (en het licht!). Al die schilders hebben eraan bijgedragen dat overal mensen het landschap meer zijn gaan waarderen. Men leerde via de blik van de schilder de schoonheid van het landschap te zien en waarderen.
Maar wat is het landschap eigenlijk. Aanvankelijk werd de term veel breder opgevat. Niet alleen de met het oog zichtbare omgeving behoorde ertoe, maar ze was ook onlosmakelijk verbonden met de samenleving ter plekke. Inclusief bijvoorbeeld het bestuur. Elke streek wàs z’n eigen landschap. Iets dat voortleeft bij de schilders, die vaak op zoek zijn naar het “eigene” van het landschap. En dat “eigene” wordt door iedereen ook nog eens op zijn of haar manier waargenomen.
In Noord Brabants museum werd dit weekend ook trots de “kop van een vrouw” gepresenteerd, een schilderij van Vincent van Gogh. Deze (boeren-)vrouw, genaamd Gordina de Groot, is ook te zien op de Aardappeleters van van Gogh. Deze schilder presenteerde zich in zijn begintijd als schilder graag als boerenschilder. Ook onder impressionisten is het een geliefd thema.
Al deze schilders en schilderijen laten de ontwikkeling van het landschap en daarmee het platteland en z’n bewoners zien. Al is de rode draad door de vier genoemde exposities dat die traditie juist de laatste eeuw is verwaterd. Juist nu het platteland onder druk staat is de identiteit van het platteland een thema dat niets aan waarde heeft ingeboet.
Het is een schoolvoorbeeld hoe kunst bijdraagt aan de samenleving. In dit geval de beeldvorming rond het platteland. Een actueel thema: de expositie in Enschede heette heel treffend “Van wie is het platteland?”
Je zou willen dat Caroline van de Plas en Geert Wilders ook eens deze exposities zouden bezoeken. Om te zien hoe kunst een bijdrage levert aan de samenleving en juist ook het platteland, waar ze zich zo druk over maken. Wellicht dat ze zich dan gaan schamen voor hun bezuinigingen op cultuur.
Het zal helaas niet gaan gebeuren. Niet omdat ze geen van beiden ooit deze column zullen lezen, maar omdat de exposities inmiddels alle vier beëindigd zijn.
RA 31-10-24