Al weer een aantal jaren geleden hoorde of las ik – ik weet het echt niet meer – een verhaal over India, waar men met behulp van kunstmest bezig leek aan landbouwrevolutie. Hongersnood zou er tot het verleden gaan behoren. Op het moment dat ik het verhaal hoorde, bleek het allemaal toch wel tegen te vallen. Men had een kleinigheidje overzien. Door het wondermiddel kunstmest gaan de planten harder groeien. Maar meer planten hebben ook meer water nodig en daar had men geen rekening mee gehouden. Al na enkele jaren bleken de watervoorraden in het gebied dan ook behoorlijk te slinken. Anders gezegd, de honger nam af, maar de dorst nam toe. Het (eco-)systeem was uit z’n evenwicht geraakt.
In landbouwkringen hoor je weleens dat hun akkers ook natuur zijn. Het zijn immers ook planten die er groeien. Maar het is natuurlijk maar net wat je onder natuur verstaat. Vanuit een milieuorganisatie stel ik de volgende test voor: we laten het gebied een jaartje met rust en kijken of het zichzelf in stand kan houden.
Een natuurgebied zal in grote lijnen gewoon blijven bestaan. Zelfs als er een groot roofdier als de wolf zich vestigt, zal het niet echt veranderen. Er zullen wat evenwichten in het gebied iets verschuiven, wellicht wat minder reeën en zwijnen en daardoor weer wat meer ruimte voor planten die niet door die reeën en zwijnen opgegeten worden. Waardoor weer insecten worden aangetrokken, die het gebied interessanter maken voor vogels. En zo zou ik nog even door kunnen gaan. Maar iets echt dramatisch zal er niet veranderen.
De akker van de boer zal er na dat jaar wel heel anders uitzien en er zal voor de boer niet veel te oogsten vallen, vrees ik. Zonder kunstmatige beregening zal een flink aantal planten verdrogen. Ook een gebrek aan voedingsstoffen (kunstmest) voor deze planten zal de oogst verminderen. En als de boer echt pech heeft komt er een ziekte of een (plaag-)dier dat zijn nog resterende oogst op eet. Overigens zal de natuur in dat geval klaar staan om het gewoon maar weer zelf te doen. Een natuurgebied dat ’spontaan’ verandert in een akkerland is daarentegen nog maar zeer zelden waargenomen.
Een landbouw die zijn natuurgebied (lees: akker) per facet bekijkt vraagt om problemen. En die problemen worden los van elkaar aangepakt. In het voorjaar moet het overtollige water weg, zodat de boer met z’n trekker het land op kan. Dat water komt ie in de zomer tekort en dan wordt er water onttrokken aan de natuur. Waardoor die verdroogt en insecteneters en andere plaagdierbestrijders verdwijnen. Dan moeten er – vaak giftige – bestrijdingsmiddelen worden gebruikt. Gebruikte kunstmest verontreinigt de omgeving verder waardoor …. heb ik hierboven niet ook al zo’n keten beschreven?!
Misschien moeten we eens leren het hele akkerbouw systeem in z’n samenhang te zien. De natuur zelf geeft ons het voorbeeld!
RA 29-05-24