De titel van een stukje als dit behoort je nieuwsgierig te maken. Daarom heb ik bewust gekozen voor wat trucs. Alhoewel ik één van de twee niet zelf heb bedacht. “Nieuwe boeren” heet het recente boek van Kees Kooman en “boeren” kan hier worden gelezen als zelfstandig naamwoord, maar ook als werkwoord. Dan zou er eigenlijk “het” voor moeten staan. Maar in beide gevallen gaat het om boeren die een nieuwe weg inslaan om aan de huidige crises in de landbouw en veeteelt te ontsnappen. En met stikstof, klimaat, dierenwelzijn en biodiversiteitsverlies zijn er nogal wat crises.
Voeg hierbij dat veel boeren in financieel zwaar weer zitten, gemangeld tussen banken en grootgrutters. Wat is dan je speelruimte om te veranderen is er dan niet. Op het recente duurzaamheidscafé was Kees Kooman en besprak hij samen met andere gasten de mogelijkheden. Daarbij kwam de noodzaak van een fonds voor het nieuwe boeren ter sprake.
Wat tijdens het duurzaamheidscafé ook naar voren kwam is dat het nieuwe boeren de samenleving veel voordeel oplevert. Alleen al de bijdrage die wordt geleverd aan de oplossing van het stikstofprobleem levert de samenleving veel op. Maar ook de gezondheidszorg is gebaat bij minder gebruik van bijvoorbeeld bestrijdingsmiddelen. Net als de waterbedrijven trouwens. En wat te denken van de toeristische sector die mee profiteert van een mooier landschap en hogere natuurwaarden.
En dan komen de schotten in beeld. (Pas nu zie je dat het gaat om schotten zonder hoofdletter, de tweede truc.). Want als er zoveel anderen mee profiteren van de inspanningen en investeringen van de boeren zou je denken dat er genoeg partijen zijn die mee willen betalen. En daar uiteindelijk nog winst mee maken ook, omdat ze meer inkomsten krijgen (toerisme) of lagere onkosten (waterzuivering).
De praktijk blijkt weerbarstiger. Iedereen blijft achter z’n eigen schot zitten. Zouden die schotten nu echt zo dik zijn. Of is er gewoon een politicus nodig met visie op schotten. En vooral hoe je die vakkundig sloopt.
6-10-’20 RA