Oktober staat in de gemeenteraad in het teken van de Stadsbegroting. Een onderwerp waarmee veel mensen zich in de regel niet echt mee bezig houden. Toch is het een heel interessant document. Het geeft een goed overzicht van het totale beleid van de gemeente. Natuurlijk is niet alles even “spannend”. De gemeente voert veel verplichte taken uit. Denk aan het afgeven van paspoorten en identiteitsbewijzen. Maar er zijn ook onderwerpen waar de gemeente de nodige beleidsvrijheid heeft. Ook die onderwerpen zijn terug te vinden in de begroting.
Veel keuzes van de gemeente worden natuurlijk gemaakt in specifieke voorstellen en nota’s. Bijvoorbeeld over de groenstructuur of over verkeer en vervoer. Daarin is ook de belangenafweging terug te vinden. De begroting laat zien hoeveel geld voor het beleid wordt uitgetrokken en dus hoe hard de keuze precies is. Vaak worden plannen bijvoorbeeld gefaseerd uitgevoerd en de begroting laat dan zien waar het komende jaar geld aan wordt uitgegeven. Maar faseren kan ook betekenen op de lange baan schuiven.
Wie de stadsbegroting (https://nijmegen.pcportal.nl/) bekijkt ziet overigens dat deze de uitgaven voor de komende vier jaar invult. Het is gebruikelijk dat de begroting inzage geeft in de komende vier jaar. Het beleid wordt immers ook niet voor één jaar vastgesteld. Nu wordt de begroting voor 2024-2027 vastgesteld, maar volgend jaar rond deze tijd staat de begroting voor 2025-2028 op de agenda. De bedragen voor de laatste 3 jaren kunnen worden gelezen als een sterke indicatie, maar moeten volgend jaar weer worden bevestigd. Of natuurlijk aangepast als daar aanleiding voor is!
Wij kijken natuurlijk in eerste instanties naar milieu en duurzaamheid, maar vinden alleen 2 pagina’s over het thema duurzaamheid. Met participatie zijn dit de twee benoemde thema’s. Maar veel beleid op deze terreinen vinden we in de overige programma’s. Voor de hand liggende programma’s zijn natuurlijk bereikbaarheid en stedelijke ontwikkeling (en wonen). Interessant is ook het programma economie (en toerisme). Hoewel daar zeker ook doelen zijn benoemd en duurzame ontwikkelingen plaatsvinden, lijkt duurzaamheid hier toch minder tussen de oren te zitten dan bij andere programma’s. Tenslotte mag je ook in het programma openbare ruimte de nodige aandacht voor het milieu verwachten.
Als we in de begroting kijken naar het thema mobiliteit dan wordt bijna alles wel benoemd. Maar de snelheid waarmee wegen worden omgevormd van 50 kilometer naar 30 kilometer wordt verlaagd. Een reden is onder andere dat het onderhoud meer gaat kosten. Men blijft investeren inde fietsinfra, maar we missen toch een beetje de expliciete aandacht voor de overbelasting van de fietspaden. Doordat er steeds meer snelle e-bikes komen, maar bijvoorbeeld ook bakfietsen, worden daar de nodige problemen ondervonden. Ook op andere gebieden wordt er door ontwikkeld. Zo is het de bedoeling dat er 2025 1000 laadpalen voor elektrische auto’s staan.
Wat opvalt is dat het in de paragraaf over stedelijke ontwikkeling en wonen vooral over wonen gaat. Hier missen we nadrukkelijk de groene structuur in de stad. Er lopen door de stad immers ook groene structuren. Een bekende wordt gevormd door de spoorbermen, maar je wilt bijvoorbeeld ook zicht houden op de verbinding tussen de groene locaties in de stad. Groen, afval en bijvoorbeeld energie is in z’n geheel onder gebracht bij de paragraaf over openbare ruimte met het risico dat de aandacht toch wat versnipperd raakt. Dat je op een (flink) aantal plaatsen wel het nodige doet, maar het totaaloverzicht ontbreekt. Als je bedenkt dat de verschillende programma’s zijn gekoppeld aan de portefeuilles van de wethouders, vraag je je dus ook af wie nu echt het overzicht heeft. Met name als het gaat over het stedelijk groen.
De term duurzaam valt ook geregeld in de paragraaf over economie en toerisme. Maar afgezien van de intentie om de binnenstad verder te vergroenen, blijft het toch veelal bij termen als “stimuleren en steunen bij het verduurzamen”. Goed dat het er staat, maar op een aantal plaatsen zouden we toch graag een verdere operationalisering zien. Gewoon wat concretere beleidsdoelen. Nog beter zou het natuurlijk zijn als er een beleidsvisie wordt ontwikkeld op het verduurzamen van de Nijmeegse economie. Zodat we bijvoorbeeld in de toekomst niet meer achter de feiten aanlopen zoals bij de asfaltcentrale.